woensdag 20 oktober 2010

Ik heb de Everest beklommen! (Euh..., of toch in zekere zin...)

In 7 dagen tijd heb ik meer dan 8840m geklommen (de hoogte van de Everest) en 6828m gedaald (de hoogte van Ama Dablam). Grensverleggend zwaar met een rugzak van 20kg op je rug. De route liep langs hoge passen en tropische wouden, met de daarbij horende tropische hitte en tropische regenbuien. 4 dagen lang werd ik achtervolgd door grijze wolken die op de meest ongeschikte momenten hun druppels over me heen wierpen. Uiteindelijk heb ik me een groot stuk plastiek gekocht dat ik als een bruidskleed om me heen drappeerde tot grote hilariteit van de dorpsbewoners.
De hele week heb ik opgetrokken met een Spaans koppel, zij zorgden zelfs op de donkerste en natste dagen voor een stevige portie mediterrane zon en afleiding. Kortom, de sfeer zat heel goed en zelfs de regen kon me niet echt deren.
Nu ben ik in Namche Bazar voor een meer dan welkome rustdag alvorens ik het hooggebergte in trek. Want vanaf nu is het alleen maar up, up, UP! En zal de hoogte (en het bijkomende zuurstofgebrek) me parten beginnen spelen.
Morgen waag ik me in "Death valley" richting Gokyo. De piloten van de reddingshelikopter noemen deze vallei zo omdat veel mensen te snel omhoog klimmen en niet voldoende tijd nemen om te acclimatiseren. But don't worry, I'll take it easy.
Vanaf Gokyo zou ik een fantastisch zicht moeten hebben op de Everest, tenminste als het weer wat mee zit... Daarna trek ik richting Everest basecamp en zal ik me aan de hoogste bergtop van deze trekking wagen: de Kala Pattar (5550m hoog). Alles tesamen verwacht ik nog 16 dagen onderweg te zijn, dus tot over 2 weken!

dinsdag 12 oktober 2010

Ik heb het licht aan het einde van de tunnel gezien!

Vandaag ben ik met de bus naar Jiri getrokken. Een rit die normal gezien 12 u duurt, nam nu slechts 9u in beslag. Goed nieuws? Euh ja… Behalve dan dat die 3u verschil waarschijnlijk werden gemaakt door het onwaarschijnlijk gevaarlijke rijgedrag van de chauffeur. Laat me in een vliegtuig zitten waar alle motoren van stil vallen en ik heb minder schrik. De chauffeur reed de rit zonder ook maar een pauze te nemen, haalde in bochten meerdere bussen tegelijk in en reed ‘volle gaas’ over wegen waar je enkel stapvoets zou mogen rijden. Ik kan je vertellen, zo vliegt de tijd vooruit! Ook mijn omgeving was ontzettend annimerend. Rechts zag ik de bus rakelings langs langs ravijnen passeren, links klommen mensen van het dak de bus in (terwijl hij reed!), achter me werd een geit op het dak ’getrokken’ en voor me vlogen de passagiers in het rond bij elke bobbel  waar de chauffeur over vloog…
Neem daarbij nog het prachtige uitzicht en het is op z’n minst een stevige start van mijn trekking te noemen!
Everest, here I come!

zondag 10 oktober 2010

Happy Dasain!

Groot feest in Nepal momenteel! Het grote Dasainfestival (zo'n beetje Kerst, Pasen en Sinterklaas voor ons samen) is dit weekend gestart. Gedurende 9 dagen groeit dit festival steeds meer naar zijn hoogtepunt toe.
Om de drukte van het (nog meer) uitgelaten en lawaaierige Kathmandu wat te ontvluchten ben ik 3 dagen naar Bhaktapur getrokken. Slechts op 14 km van Kathmandu (en toch een rit van 1,5u met de bus...). Deze stad is de parel van van de vallei met zijn prachtige tempels en paleizen (er zijn trouwens enkel scenes uit "little Buddha" gedraaid). Overdag stikt het er van de Chinezen maar 's morgens en 's avonds lijkt het wel een reis door de middeleeuwen. Nu ben ik terug in Kathmandu om de laatse voorbereidingen te treffen voor mijn trek "in the Everest region".

Op de negende dag van Dasain worden rammem, bokken en buffels, hanen en eenden geofferd. Alle voertuigen, ook de vliegtuigen, worden met hun bloed besprenkeld. Zo hoeven de Heiligheden, die zo verzadigd zijn van al dat bloed, geen ongevallen meer te veroorzaken. Laat ons hopen dat het werkt want dinsdag stap ik om 5u30 op de bus voor een 12 uren durende rit naar Jiri waar mijn trekking start. Een slecht moment (zo zegt mijn lonely planet) want "Dasain is the time of family reunion and consequently results in total chaos as everybody heads home". I cross my fingers!
Het uitzicht op mijn kamer...


up?












Typisch voor Dasain is de kinderen die tegen elkaar vliegeren.











woensdag 6 oktober 2010

Kathmandu, the city without street names.

Na een onstuimige rit goed en wel aangekomen in Nepal, de eerste halte van mijn reis. De reis hier naartoe verliep niet geheel vlekkeloos. Zo was mijn vlucht 'Delhi-Kathmandu' overboekt (4u lang hield men mij aan het lijntje met het zinnetje "No problem sire, 5 more minutes sire!"), kreeg ik het aan de stok met mijn taxichauffeur (hij wou me alleen naar een luxehotel brengen) en liep ik al meteen hopeloos verloren in de chaotische straten van Kathmandu opzoek naar een hotel (dat niet volzet was).

De afgelopen dagen heb ik vooral rond gehangen in de stad. In de levendige straten van Thamel (de wijk waar ik verblijf), in afgelegen steegjes en straatjes, in Swayanbunath (de apentempel op een heuvel hoog boven de stad) en Durbal Square (een plein vol tempels en het oude koninklijke paleis). Al snel bleek Kathmandu een stad te zijn met de constante tegenstelling tussen goed en kwaad, mooi en lelijk, yin en yang. Kathmandu is een van de meest vervuilde steden ter wereld. Terwijl ik de eerste dag nog walgde van het oorverdovenden  gerochel van de mensen op straat begint bij mij stilaan ook de nood te ontstaan om dit te doen. Het lijkt wel of 1 dag hier rondlopen het equivalent heeft van het roken van 3 pakjes groene Michel.

De stad verdubbelt zowat elke 10 jaar van het aantal inwoners, in 1981 waren het er nog 235 000, nu zijn het er reeds meer dan 1,5 miljoen. En al die mensen zijn dan natuurlijk ook nog eens opzoek naar een inkomen, en dat merk je op straat… "Sir, you want taxi?", " Sir, you want to go on trekking?", " Sir, you want hashes?",  " Sir, please, come in my shop." tot zelfs… "Sir, you want girl for boom boom?". Daartegenover staat de culturele en historische parel die de stad te bieden heeft, de rust die je in de buitenwijken terug vindt, het everestbeer J,… Kortom, ik begin me hier steeds meer thuis te voelen.

 "A pint" op Engels grondgebied.



Het uitzicht van bij de 'monkeytemple'.


No monkeytemple without monkeys!

Vreemd gedacht dat 1 slok van dit water me waarschijnlijk het leven zou kosten...


Met 15 in een busje? No problem!



Klaar om geofferd te worden!



Voor 100 rupees maken ze dit gebaar, ole!