woensdag 23 maart 2011

Was that a full grown fat pig on a motorbike?


Vanuit Luang Prabang bracht een klein bootje me over de Nam Ou rivier noordelijker tot Nong Khiaw. Door de lage stand van het water moest de boot zich een weg zoeken tussen een labyrint van stenen die zich net onder het wateroppervlak verscholen hielden en zo het onstabiele bootje zouden kunnen doen kapseizen. Verschillende keren zat de schroef tegen de stenen en af en toe moesten we de boot uit om hem verder tegen de stroom in te duwen.
Vanuit Nong Khiaw ging het weer verder met de fiets richting de grens van met Vietnam. Vooral de laatste 100 km waren bijzonder... euh... uitdagend te noemen. Niet zonder reden waagde geen enkele bus, auto of laat staan een fietser zich op deze weg. 4 dagen onafgebroken regen had deze grensweg herschapen tot 1 grote modderglijbaan met hier en daar reusachtige plassen die de hele baan in beslag namen en waarvan de diepte steeds een verrassing was. Gelukkig (?) waren er af en toe ook nog de kniediepe rivieren die mijn fiets (en vooral mijn voeten) proper spoelden. De plakkerige rode modder blokkeerde de remmen waardoor het meer trekken en duwen was om de fiets in beweging te houden. Bij de stijle stukken ging ik de strijd aan met blote voeten, mijn gekrulde tenen gaven me net voldoende grip om cm per cm vooruit te geraken. Geloof me, bij het zien van het eerste stukje asfalt ontsnapte mij een vreugdekreet die ongetwijfeld tot in Belgie moet te horen geweest zijn.

En dan een nieuw land, met nieuwe gewoonten... Vietnam, het land van 101 blaffende grommende honden, 1001 putten in de weg en 1 000 001 brommers. Kortom een land van extremen. Terwijl ik in Laos hoop en al 5 keer achterna werd gezeten door razende honden gebeurt dit in Vietnam minstens 5 keer per dag. Voor mij zijn honden dan ook de spiegel van de ziel van de mensen. Niet dat de mensen hier allemaal in mijn benen willen bijten, maar toch... De eeuwig lachende Laotiaan tegenover de harde wantrouwige Vietnamees. Hoewel, misschien zit het regenachtige en mistige weer daar ook voor iets tussen.
En dan de brommers, man man..., de brommers... . Alles, werkelijk alles wordt met brommers vervoerd: van papa met zijn 5 kinderen tot reusachtig vetgemeste varkens. Sta je in panne met je brommer? Geen nood, bovenop een andere brommer, en opgelost! Vaak zijn de brommers ook uitgerust als heuse winkels met kledij voor jong en oud, 100den potten en pannen, groenten en fruit, kilo's brandhout,... en rijden ze langs de afgelegen dorpen om hen te bevoorraden. Kortom, meer dan genoeg animatie onderweg! 

Een grot langs de Nam Ou rivier, hier staan meer dan 6000 Boedhabeelden!




Sante! Lao Lao, lokale whisky van 50%!







Goudzoekers aan het werk...



En wat schaft de pot vandaag? Couscous op smaak gebracht met een bouillonblokje met rozijntjes en stukjes banaan!

Geen guesthouse? Geen nood! Overnachten in mijn tentje (deze keer in de opslagplaats van cementzakken als extra bescherming tegen de regen).
Geimproviseerde bescherming tegen de modder...
...waar toch nog wat aan gesleuteld moet worden...






vrijdag 11 maart 2011

Muesli for dinner, python for dessert!

Neus in de wind, billen stevig tegen het zadel gedrukt, schakelen naar de gepaste versnelling, een stevig noodlesoepontbijt, een kleine dosis aerodynamische wax in mijn haar en… gaan! Honderden kinderen supporteren aan de zijlijn, zwaaien dolenthousiast of lopen een stukje mee. Kreten als “sabaidee!” (hallo) en “I love you!” vliegen je om de oren en af en toe word je uitgedaagd door andere tweewielers voor een race. Laos is absoluut een land om met de fiets te ontdekken!
Fietsen langs de prachtige watervallen op het Bolevaans plateau, offroad doorheen de waanzinnig uitgestrekte jungle langs dorpjes die nog niet gevallen zijn voor de charme van “beschaving”, eindeloos lange klims doorheen het karstengebergte in het noorden gevolgd door kilometerlange afdalingen die me met plezier doen terugdenken aan de ritten op mijn diergeliefde Enfield. 






Slapen in een boot met euh... 'prachtig uitzicht'!
Het karstengebergte leent zich uitstekend voor rotsklimmen. In Vang Vieng volgde ik een 3 daagse cursus. Terwijl dag 1 een eenvoudig bescheiden proevertje was (enkel topropeklimmen), waren dag 2 & 3 een onderdompeling in technisch moeilijkere en “adrenaline spuitende” routes van meer dan 20m. We leerden een heleboel knopen, voorklimmen, rappel,… Een onthutsende benenshakende ervaring om op 20m hoogte jezelf te zekeren met een “safetysling” (niks meer dan een dun touw aan je klimgordel dat je aan een ankerpunt aan de wand vasthaakt), om daarna je voeten met gespreide benen tegen de wand te plaatsen en –jawel- dan de handen te lossen en het klimtouw los te knopen voor de afdaling…








Onderweg is er heel wat interesse voor "Odo de kokosnoot", mijn reisgezel die me met raad en daad bijstaat in de eenzame momenten, stijle beklimmingen en angstaanjagend snelle afdalingen... 








2.000.000 kip! It feels good to be a multimillionaire! 






Een spelletje petanque met enkele locals: plezant tot we voor geld begonnen te spelen...  

Life is simple: een grote dynamo +  een stevig stromende rivier = elektriciteit! 
Geen guesthouse in de buurt? Dan maar kamperen in de jungle… We vonden een leuk kampeerplekje aan de rand van de rivier en met een kampvuur hielden we wilde dieren op een afstand. Alhoewel… Toen ik het vuur wou doven in een poel op nog geen 2 meter van onze tent kwam plots de kop boven van een bijna 2 meter lange python! 1 ding was duidelijk… Met mijn 1m78 had ik er net in gepast.